Hieronder lees je de aanvullende informatie om als school mee te mogen doen aan het beproeven van de conceptexamenprogramma’s Griekse en Latijnse taal en cultuur en bijbehorende conceptsyllabi. Daarnaast golden de algemene informatie, opbrengsten en randvoorwaarden om mee te doen, die je hier kunt vinden.
In totaal zochten we voor het beproeven van de conceptexamenprogramma’s Klassieke talen 10 scholen die met in elk geval één schoolleider, twee leraren en ten minste 15 leerlingen uit leerjaar 4 en/of 5 meedoen.
De 10 scholen beproeven elk ten minste één van de twee conceptexamenprogramma’s:
- 3 voor Griekse taal en cultuur
- 7 voor Latijnse taal en cultuur
Een school vraagt subsidie aan voor één examenprogramma van één specifieke schoolsoort. Bijvoorbeeld (fictief): het Groninger Gymnasium doet mee met het beproeven van het examenprogramma Griekse taal en cultuur. Docenten Ineke en Narib geven les aan ten minste 15 leerlingen uit leerjaar 4 en/of 5.
In totaal kan een school per vestiging voor schooljaar 2025-2026 subsidie aanvragen voor maximaal drie verschillende vakken, bijvoorbeeld naast Griekse taal en cultuur ook voor wiskunde vwo en nlt vwo.
Selectie van scholen
De aanvragen worden door DUS-i na 28 februari 2025 (sluitingstermijn) op volgorde van binnenkomst gerangschikt. Uiterlijk 30 mei horen de scholen of ze mee kunnen doen. Voor Griekse taal en cultuur (3 scholen) geldt dat voorrang wordt gegeven aan één categoraal gymnasium. Dit criterium is opgenomen gebaseerd op de aanname dat de leerlingpopulatie bij categoriale gymnasia anders is dan op scholen met een gymnasiumafdeling naast de atheneumafdeling. Hiermee wordt geregeld dat er in ieder geval van beide typen vestigingen (categoriale gymnasia - brede scholengemeenschappen) geselecteerd worden. Daarna wordt voorrang gegeven aan de eerste aanvraag uit elke provincie die voor subsidie in aanmerking komt, zodat er sprake is van een landelijke spreiding van scholen.
Voor Latijnse taal en cultuur (7 scholen) geldt dat voorrang wordt gegeven aan drie categorale gymnasia. Dit criterium is opgenomen gebaseerd op de aanname dat de leerlingpopulatie bij categoriale gymnasia anders is dan op scholen met een gymnasiumafdeling naast de atheneumafdeling. Hiermee wordt geregeld dat er in ieder geval van beide typen vestigingen (categoriale gymnasia - brede scholengemeenschappen) geselecteerd worden. Daarna wordt voorrang gegeven aan de eerste aanvraag uit elke provincie die voor subsidie in aanmerking komt, zodat ook hier sprake is van een landelijke spreiding van scholen.
Alle informatie over de subsidieregeling is te vinden op de website van DUS-i en in de Staatscourant
Uitvoering in de scholen
Na de selectie van scholen inventariseert SLO bij de scholen met hoeveel klassen en welke leerjaren elke school meedoet. Op de landelijke startdag in september is dan duidelijk welke inhouden/onderwerpen op welke scholen, in welke klassen en leerjaren wordt beproefd.
Een school doet mee met in elk geval de schoolleider en twee leraren die het vak Grieks in de bovenbouw geven en ten minste 15 leerlingen of een school doet mee met in elk geval de schoolleider en twee leraren die het vak Latijn in de bovenbouw geven en ten minste 15 leerlingen. Indien scholen meedoen met leerlingen uit leerjaar 4, dan is het voorwaardelijk dat er gewerkt wordt aan het schoolexamenpensum.
Het beproeven vindt plaats binnen de context van de reguliere examenprogramma’s. Leerlingen uit klassen die meedoen in de try-out, volgen het reguliere examenprogramma. Gedurende één schooljaar krijgen ze vanaf de herfstvakantie tot half maart/begin april bovendien les in onderdelen uit de conceptexamenprogramma’s. Welke inhouden met welke klassen in welk leerjaar worden beproefd, wordt afgestemd met de leraren.
Leerlingen uit klassen die meedoen aan de try-out voor Grieks en/of Latijn, wordt een vrijstelling voor het reguliere centrale examen voor dit vak/deze vakken verleend. Zij doen dus geen centraal examen in Grieks en/of Latijn. Hun eindcijfer voor het vak wordt bepaald door het schoolexamencijfer.
De deelnemende leraren worden door de school een halve dag per week vrij geroosterd van onderwijsactiviteiten. Deze tijd wordt besteed aan:
- Het bijwonen van de drie landelijke bijeenkomsten;
- Iedere schoolweek een gezamenlijk (digitaal) afstemmingsmoment;
- Materiaalontwikkeling;
- Lesvoorbereiding;
- Deelname aan evaluatie-activiteiten.
Alle tussentijdse (online) activiteiten zullen voor de try-out klassieke talen worden georganiseerd op dinsdagmiddag.
Het beproeven vindt plaats binnen de schoolexamencontext. Daarom wordt tijdens de eerste landelijke bijeenkomst in september en vóór 1 oktober 2025 door SLO met de scholen ook gekeken of aanpassingen aan het PTA nodig zijn voor de klassen die meedoen aan de fase van beproeven.
Veelgestelde vragen
- Aan welke criteria moet mijn school voldoen om mee te doen?
SLO zoekt 10 scholen: 3 voor Grieks en 7 voor Latijn. Om te kunnen deelnemen moet je als school meedoen met in elk geval één schoolleider en twee leraren die het vak Grieks of Latijn in de bovenbouw geven. De school geeft zich op of voor Grieks of voor Latijn.
- Met hoeveel leraren moet mijn school meedoen?
Voor klassieke talen moet je school meedoen met twee leraren die het vak Grieks of Latijn in de bovenbouw geven. SLO zoekt 10 scholen: 3 voor Grieks en 7 voor Latijn.
- Leraren worden een dagdeel vrijgesteld van hun onderwijsactiviteiten. Is bekend wanneer dat is?
Dit zal voor klassieke talen op dinsdagmiddag gelden.
- Moeten beide leraren ook lesgeven aan leerlingen die betrokken worden bij de try-out of is het voldoende als één van hen de groep les geeft?
Beide leraren die deelnemen aan de try-out geven les aan leerlingen die deelnemen (totaal ten minste 15 voor Grieks of ten minste 15 voor Latijn). Beide leraren beproeven nieuwe inhouden uit de conceptexamenprogramma’s in hun klas, zodat op basis van hun evaluatie de programma’s kunnen worden bijgesteld.
- Met hoeveel leerlingen moet mijn school ten minste meedoen?
Voor het vak Grieks of Latijn doe je als school mee met twee leraren die het vak Grieks of Latijn in de bovenbouw geven en ten minste 15 leerlingen uit leerjaar 4 en/of 5.
- Moeten mijn leerlingen meedoen aan het reguliere centraal examen?
Scholen die meedoen aan de try-out voor Grieks (3 scholen) en Latijn (7 scholen) ontvangen voor de deelnemende leerlingen een vrijstelling voor het reguliere centrale examen. Zij doen dus geen centraal examen, hun eindcijfer voor het vak wordt bepaald door het schoolexamencijfer.
- De school ontvangt een vrijstelling voor deelname aan centraal examen. Mogen onze leerlingen of een deel ervan toch deelnemen aan het centraal examen?
De school ontvangt een vrijstelling voor het centraal examen voor alle leerlingen die meedoen aan de try-out. Indien deze leerlingen willen meedoen aan het centraal examen, dan is dat mogelijk, maar als onderdeel van het Programma voor Toetsing en Afsluiting (PTA) / het schoolexamencijfer. Dit moet voor 1 oktober 2025 duidelijk zijn. Daarvoor is het nodig dat dat deze leerlingen niet in de pooling van DUO worden opgenomen. Zij krijgen immers geen officiële CE-zitting voor dit vak en hoeven dus ook geen tweede correctie van een andere school voor dit vak. Ook is het nodig om hier goed met leerlingen en ouders over te communiceren aangezien het CE relatief laat wordt afgenomen (mei) waardoor er ook relatief nog een extra schoolexamencijfer bijkomt. Zowel het ministerie van OCW als SLO adviseren om dit besluit te nemen op school-/klasniveau en niet op leerlingniveau.
- Het centraal examen van klassieke talen zal er compleet anders gaan uitzien. Hoe worden wij als school begeleid in het voorbereiden van de leerlingen?
Scholen die meedoen aan de try-out voor Grieks (3 scholen) en Latijn (7 scholen) ontvangen voor de deelnemende leerlingen een vrijstelling voor het reguliere centrale examen. Zij doen dus geen centraal examen, hun eindcijfer voor het vak wordt bepaald door het schoolexamencijfer.